Najat Yassin is al jaren leerkracht maatschappelijke oriëntatie bij Bon, onze Brusselse werking. Ze geeft les in het Frans en Arabisch. Daarnaast is ze één van de grondleggers van het alfaprogramma: lessen op maat van laaggeletterden.
Jij was de eerste alfaleerkracht in Brussel. Hoe kwam dat idee tot stand?
Najat: “Ik heb in Marokko, waar mijn roots liggen, bijna 20 jaar dat soort lessen gegeven aan vrouwen. Dat was een motivatie om zo’n project hier ook op te zetten. Ik ben in 2005 een aantal keer ter observatie een les gaan bijwonen in Antwerpen. Daar bestond al een gelijkaardig programma. Twee maanden later konden we van start gaan in Brussel en sindsdien begeleid ik een tweetal groepen van laaggeletterden per jaar."
Hoe gaan de lessen precies in zijn werk?
Najat: “Een alfagroep bestaat uit cursisten die niet kunnen lezen of schrijven, of enkel geletterd zijn in hun moedertaal. Dat maakt de manier van lesgeven helemaal anders. Een gewone groep is zelfstandiger. Je kan alles gewoon uitleggen in de klas. Maar aan laaggeletterden kan je niet zomaar een hoop theorie geven. We werken veel met afbeeldingen en schrijven daar duidelijke, korte zinnen bij. Daarnaast gaan we concreter te werk. We zoeken situaties uit hun leefwereld en gebruiken die als vertrekpunt tijdens de les.”
Wat voor situaties zijn dat dan?
Najat: “Hoe ze een overschrijving kunnen doen, bijvoorbeeld. Ik laat ze dan een formulier meenemen en leer ze hoe ze dat moeten invullen. Ik leg sommigen ook uit hoe ze de app van hun bank kunnen gebruiken. Veel cursisten weten ook niet hoe ze zich alleen moeten verplaatsen met het openbaar vervoer, omdat ze de borden niet kunnen lezen. We gaan dan samen naar het station, ik toon ze hoe ze een ticket moeten kopen en leer ze dat ze bijvoorbeeld de haltes kunnen tellen. Wanneer we op uitstap gaan, laat ik ze ook zelf van hun woonplaats naar de plaats van afspraak komen. Zo kunnen ze oefenen.”
Welke uitstappen doe je met de cursisten?
Najat: “We zijn naar het parlement en de bibliotheek geweest, maar hebben ook een aantal musea bezocht. Ze vonden het geweldig.”
Hoe ziet een doorsnee alfagroep eruit?
Najat: “Die bestaat uit maximaal 12 cursisten. Hun niveau hangt van groep tot groep af, ik toets dat wat af tijdens de eerste les. Je ziet binnen dezelfde groep vaak een groot verschil. Ik deel de cursisten daarom steeds op in twee niveaus. Die differentiatie is belangrijk. Wanneer ik zie dat iemand het echt moeilijk heeft in de les, plan ik individueel nog een extra moment in. Alfacursisten zijn altijd heel gemotiveerd. Dat ze niet kunnen lezen of schrijven, wil niets zeggen over hun capaciteiten. Ze hebben soms gewoon niet de gelegenheid die te tonen. Mijn cursisten verrassen me altijd in positieve zin.”